Lezing Ineke van Herwijnen – Hondgerichte opvoedingsstijlen en diervisies

Tijdens het FWD Congres op 29 september 2019 sprak Ineke van Herwijnen gepassioneerd over haar onderzoek: opvoedingsstijlen en diervisies.

Elke hondentrainer kan beamen dat de ene hondeneigenaar de andere niet is. De manier waarop je je boodschap dient over te brengen kan erg verschillen van persoon tot persoon. Om het ‘samenleven met honden te optimaliseren’, doet Ineke van Herwijnen onderzoek naar opvoedingsstijlen bij hondeneigenaars en diervisies. Wij weten als hondentrainers dat je ongewenst gedrag kan voorkomen door een optimale opvoeding en dat je hierdoor ook een enkele rit naar het asiel kan vermijden. Maar hoe zit het met die eigenaren en wat is voor hen een optimale opvoeding?

Met welke uitgangspunten of visie eigenaren de opvoeding van hun hond ter hand nemen, is tot nu toe amper onderzocht. Terwijl zo’n uitgangspunt net bepalend is in je besluitvorming: bijvoorbeeld wel of niet werken met beloning of straf. Een dergelijke visie kan bijgevolg de communicatie tussen de trainer en eigenaar bemoeilijken, wanneer ze niet op dezelfde golflengte zitten.

Bij mensen is onderzocht dat men vier stijlen kan onderscheiden in de opvoeding van kinderen, met name: autoritair, gezaghebbend, niet-betrokken & permissief. Deze stijlen stellen verschillende dimensies voor van enerzijds ‘controle en monitoring’ en anderzijds ‘warmte en ondersteuning’. Aangezien er veel gelijkenissen zijn tussen ouder-kind en eigenaar-hond relaties, wilden de onderzoekers nagaan of en welke ‘honden’opvoedingsstijlen er bestaan. Ze maakten hiervoor gebruik van bestaande vragenlijsten (ouder-kind) en een aangepaste versie voor hondeneigenaars. 518 ouders met hond namen deel aan het onderzoek.

Uit het onderzoek bleek dat honden en kinderen die deel uitmaken van hetzelfde gezin doorgaans op dezelfde wijze worden opgevoed.

De resultaten konden gegroepeerd worden in de autoritaire / corrigerende opvoedingsstijl en de gezaghebbende. Deze laatste kon men echter in twee opdelen: één stijl waarbij de emoties van de hond het uitgangspunt zijn en een andere die zich richt op de trainbaarheid van de hond.

De ‘niet-betrokken’ stijl en de ‘puur’ permissieve stijl werden niet gevonden in het onderzoek, maar dit werd toegeschreven aan de studiepopulatie. Deelname aan het onderzoek was geheel vrijblijvend, dus het is waarschijnlijk dat mensen die de moeite doen om deel te nemen, ook goed voor hun hond willen zorgen en dus bij voorbaat al niet pasten in de ‘niet-betrokken’ stijl of de ‘puur’ permissieve stijl.

Voor kinderen is aangetoond dat de gezaghebbende opvoedstijl de meest succesvolle is. Het promoten van de beste opvoedstijl voor honden kan kansen bieden om het welzijn van honden te verbeteren. Één van de manieren om dit te doen, is om in te spelen op onderliggende elementen van de eigenaar–hond relatie, zoals diervisie.

Als gevolg richtte een 2de luik in het onderzoek zich op dit onderwerp (zelfde onderzoekspopulatie).

Diervisie is “de wijze waarop een houder naar zijn hond / dier in het algemeen kijkt”, bv. als een nutsdier, als een klein mensje of als een dier met eigen waarde.

Uit deze studie kwamen volgende resultaten:

Het bestaan van 2 visies:

  1. Dominerend (de hond moet weten wie de baas is / zijn plaats kennen). Deze visie relateerde aan de autoritaire opvoedstijl.
  2. Humaniserend / beschermend (de hond maakt deel uit van het gezin. Respect & bezorgdheid voor dieren in het algemeen.) Deze visie relateerde aan de emotiegerichte gezaghebbende stijl.

De trainingsgerichte gezaghebbende opvoedstijl bleek niet gerelateerd te zijn aan een diervisie.

Tijdens het laatste deel van de lezing werd besproken hoe we deze inzichten in de praktijk kunnen gebruiken om mensen beter te ‘bereiken’.

Het helpt om een aantal zaken te begrijpen: de manier waarop je bent opgevoed is vaak bepalend voor de opvoedingsstijl die je zelf gebruikt. Bij mensen is gebleken dat het gezaghebbend opvoeden als gevolg heeft dat mensen meer open staan voor leerervaring. Een bepaalde diervisie krijg je dus ook deels in je opvoeding mee en kan de communicatie blokkeren. Bijvoorbeeld: waarom met beloningen werken als je uitgaat van de dominerende visie: ‘de hond moet luisteren omdat ik het zeg’?

In plaats van de hondeneigenaar steeds opnieuw te willen overtuigen van je visie (waardoor je meer weerstand creëert), is het vaak beter om vragen te stellen, bijvoorbeeld: ‘waarom wilt u niet met voer werken?’. Belangrijk is dat je ook gaat doorvragen en dat je mensen inzicht geeft in het wezen ‘hond’ en de leerprocessen.

Bij de autoritaire / dominerende stijl wordt vaak ingezet op nut en functie van de hond. (Deze visie betekent niet per definitie dat mensen niet betrokken zijn of de hond niet respecteren). Hier kun je op inspelen, want het feit dat de hond nuttig moet zijn, betekent dat hij zich goed moet voelen en gezond moet zijn. We kunnen de eigenaar inzicht geven in leerprincipes en aantonen dat het gebruik van bekrachtiging net erg effectief is.

Als we meer effect willen van onze begeleiding bij elke klant, betekent dit ook dat we soms over eigen grenzen heen moeten. Het is niet omdat een klant niet aansluit bij jouw eigen opvoedingsstijl dat hij niet te bereiken is. Je verplaatsen in zijn denkwereld kan hierbij een sleutel tot succes zijn!

 

Referenties:

Lezing Ineke van Herwijnen, Hondgerichte opvoedstijlen en onderliggende diervisies. Friendly with Dogs Congres 2019.

https://www.wur.nl/nl/nieuws/Opvoedstijlen-van-hondenbezitters-richten-zich-op-corrigeren-emotie-of-trainbaarheid-van-de-hond.htm

https://journals.plos.org/plosone/article?id=10.1371/journal.pone.0193471

Foto credits: Photo by Adam Griffith on Unsplash