Verslag lezing: Hoogsensitieve honden – Ineke Van der Aa

Hoogsensitiviteit bij honden
Door Ineke Vander Aa

Op zaterdag 8 februari 2020 woonde ik een lezing bij in Gentbrugge van Ineke Vander Aa over haar meest recente boek ‘Dogsitief’. Een verzamelwerk van ervaringen, wetenschap en cases rond hoogsensitiviteit (HS) bij honden. Hieronder volgt een verslag van de lezing.

“We leren ontzettend veel van de honden waar we mee samenleven, die we begeleiden, die ervaringen gaan de theorie voorbij!”

 

Wanneer we lijstjes maken van bepaalde kenmerken die toebehoren aan hoogsensitiviteit vervallen we vaak in ‘oordelen’. Hoogsensitiviteit is echter geen sticker die je op een hond kan plakken.

 

Maar bestaat HS echt bij dieren?

Hoogsensitiviteit bestaat bij veel dieren, zo bevestigt Zwitsers onderzoek uit 2017. Biologen hebben ontdekt dat er twee persoonlijkheidstypes bestaan binnen meer dan honderd diersoorten, waaronder apen, vogels, geiten, varkens, paarden, honden en katten. En die persoonlijkheidstypes komen overeen met het onderscheid ‘hoogsensitief’ en ‘niet-hoogsensitief’ dat we bij mensen aantreffen.

Bij onderzoek op de zonnebaars, een zoetwatervis die tegenwoordig ook voorkomt in Nederland en België, vonden ze het gedrag van de twee typen over langere tijd stabiel. Men leidde dat onder meer af aan het gegeven dat ‘brutale’ en ‘verlegen’ vissen ander voedsel verorberden en verschillende typen parasieten in en op hun lichaam hadden. Ook bij Resusapen werden gelijkaardige vaststellingen gedaan. Beide persoonlijkheidstypes hebben waarschijnlijk een evolutionaire functie!

 

Is dat dan geen antropomorfisme?

Honden ervaren emoties (Frans de Waal). Ontkennen dat honden emoties zouden hebben, uit angst dat we dan teveel menselijke eigenschappen zouden toekennen aan onze honden (antropomorfiseren), benoemen we als ‘Antropodenial’.

Het is oké om onszelf af en toe te spiegelen aan onze honden. Door ons gelijk te willen stellen, krijgen we vaak meer inzicht en begrip en uiteindelijk ook een betere communicatie. Proberen we die gelijkwaardigheid ook niet toe te passen bij anderen rondom ons om het samenleven te verbeteren?

Mensen gaan nu eenmaal altijd op zoek naar uniekheid. Kijk maar naar de wetenschap, daar hebben we jarenlang een onderscheid gemaakt tussen primaire emoties (dieren en mensen) en secundaire emoties (enkel mensen). Maar vandaag weten we dat beide type emoties een functie hebben en zowel bestaan bij mens als hond. Ze vormen de basis van ons gedrag.

 

 

Honden in onze maatschappij

Zintuigelijk staan onze honden heel anders in de maatschappij dan mensen. De manier waarop hoogsensitiviteit bij honden of ‘dogsitiviteit’ tot uiting komt is verschillend van hond tot hond: door zich terug te trekken, vertonen van agressief gedrag, uitersten aan emoties laten zien, etc.

Maar zoals we eerder al zeiden, heeft hoogsensitiviteit ook een evolutionair nut. Honden met HS zijn vaak veel alerter en bieden sneller reactie. Zo zijn ze vaak ook veel bewuster, hebben ze een groter opmerkingsvermogen waardoor ze gevoeliger worden aan overprikkeling en aan fysieke of mentale opwinding. Die constante rollercoaster kan best vermoeiend zijn.

Een uitkomst hiervan kan zijn:

  • Gevoelig zijn aan positieve & negatieve ervaringen
  • Emotionele labiliteit
  • Angsten ontwikkelen
  • Depressie
  • Teruggetrokkenheid
  • Reactiviteit

 

Hoe herkennen we dogsitiviteit?

Het is belangrijk om dogsitiviteit eerst te gaan herkennen. Want bij overprikkeling stopt het leervermogen en is trainen dus ook geen optie meer voor deze honden.

Bij acute overprikkeling zien we vooral: warme oren, hijgen, wijde pupillen, ‘stresskakjes’, … Hierbij is het van belang om de initiatieven van je hond te volgen.

Bij chronische overprikkeling zien we: teruggetrokken houding, sterke fight/flight reacties, reactieve houding, irrationele angsten, gezondheidsproblemen, slaapstoornissen, …

Hoogsensitieve honden met chronische overprikkeling kunnen een gebrek aan zelfregulatie krijgen waardoor natuurlijke coping mechanismen veranderen in o.a. repetitief (obsessief) ongezond gedrag, destructief gedrag, hyperactiviteit, controlegedrag en fixaties. Bij het gevoel van verlies van controle over hun omgeving proberen ze op bovengenoemde manieren die controle terug te krijgen.

 

Hoe kunnen we omgaan met dogsitiviteit?

Rust en ruimte bieden zijn belangrijke acties om te leren omgaan met dogsitiviteit. Toch willen we deze honden niet helemaal gaan isoleren! Het blijft cruciaal om hen opportuniteiten aan te bieden waarbij ze keuzes hebben. Bij nieuwe leermomenten voegen we dan zo weinig mogelijk opwinding toe (denk maar aan snoep, stembeloningen, aaien, …).

Welke coping mechanismen kunnen we aanbieden of motiveren?

  • Snuffelen, speuren
  • Kauwen
  • Spelen
  • Korte fysieke activiteit
  • Rusten

We vertrekken dan vanuit een verhoogd begrip en veiligheidsgevoel voor de hond waardoor informatievergaring makkelijk wordt. Wanneer de hond voldoende rust heeft en een gezonde vertering (denk aan de darmen als 2de hersenen) zal ook de prikkelverwerking in de hersenen vlotter verlopen waardoor er uiteindelijk ook verhoogd leervermogen plaatsvindt en training (van bv. nieuwe coping mechanismen) weer een optie wordt.

Voor pups en jongen honden gaat het vooral over KIJKEN. Geef hen korte introducties aan nieuwe plaatsen vanuit een veilige context met de keuze om interacties aan te gaan of te vermijden.

Annelies De Paep

 

Wie meer te weten wil komen over ‘dogsitiviteit’ kan het boek o.a. aankopen via:

https://www.standaardboekhandel.be/p/dogsitief-9789402194869

Bijkomende bronnen:

Elaine Aron et al., ‘Sensory processing sensitivity: a review in the light of the evolution of biological responsivity’ (2012).
Elke van Hoof, Hoogsensitief (LannooCampus 2016)