Trainingstechnisch: Timing

In training is een juiste timing ontzettend belangrijk en zelfs cruciaal om efficiënt en effectief te kunnen trainen.

Hier zijn soms wel twijfels of onduidelijkheden over… Was het nu eerst een “cue” of eerst een prikkel? Of eerst afleiden met iets lekkers of een speeltje en dan pas de prikkel?

Wanneer beginnen met een marker?

Return to the basics

Wat heb je nodig om te kunnen trainen (buiten uiteraard een hond en hondenbegeleider)?

1. Vrijwillige deelname van gezonde deelnemers

Op welke manier komt die hond met zijn begeleider op de training aan? En in welke fysieke gezondheid verkeren ze beiden? Een eigenaar die niet goed in zijn vel zit kan niet altijd het nodige geduld opbrengen om een hond in kleine stapjes iets aan te leren. Omgekeerd kan een hond die pijn heeft zich onvoldoende concentreren.
Bij beide gevallen is een juiste timing niet altijd even evident en de hondeneigenaar kijkt naar ons als professional om hem hierin bij te staan.

2. Een beloning die ook effectief een beloning is.

Hoe vaak zie je het niet op een training gebeuren dat een hond totaal niet geïnteresseerd is in wat de begeleider mee heeft? Sommige eigenaren zien niet altijd het nut in van het geven van zoveel “koekjes”.

Dan kan je de vraag stellen: wat is “belonen” eigenlijk?

Als we de leertheorie er opnieuw bijhalen zien we dat de term “belonen” eigenlijk wordt gebruikt voor alles wat als resultaat heeft dat gedrag toeneemt.

Dus als het gedrag niet toeneemt… is het dan belonen?

Als we het gedrag niet kunnen doen toenemen door brokjes of bepaalde koekjes te geven, zijn we dan überhaupt aan het belonen of zijn we gewoon de hond aan het voeren?

Een beloning is pas een beloning als het resultaat is dat het gedrag ook effectief toeneemt. Wij kunnen niet voor een hond of ander levend wezen bepalen wat voor hen een beloning is. We kunnen wel gaan kijken wat voor die hond een beloning kan zijn. Wat is voor die hond de moeite waard om gedrag ook meer te vertonen? Kunnen we als professional de eigenaar de nodige tools geven om bij zijn hond te helpen bepalen wat juist een beloning kan zijn?

3. De juiste actie kunnen “aanduiden”.

Dit kan door middel van een “marker”. We kennen allemaal de scenario’s waarbij de hond mooi gaat zitten, de begeleider nog in zakken moet beginnen zoeken naar wat lekkers en de hond ondertussen al is opgestaan en lustig aan het snuffelen is geslaan. Gemiste kans…

Om dit te vermijden kan het aanleren van een “marker” zoals een clicker of woordje zoals “yes” heel handig zijn. Dit is een stap die soms nog wel eens over het hoofd wordt gezien: het aanleren van de “marker”. Nochtans is dit nodig om deze marker ook in trainingen efficiënt en effectief te kunnen inzetten.

Hoe weet je wanneer de “marker” goed is aangeleerd?

Een “marker” is goed aangeleerd en kan in trainingen worden ingezet op het moment dat de marker dezelfde fysiologische respons veroorzaakt als de “reinforcer” zelf.

M.a.w. als de clicker, “yes” of andere marker dezelfde fysieke reactie teweegbrengt als het zien van een snoepje of speeltje. Bij sommige honden kan je dit merken door een snelle tongel, anderen beginnen echt speeksel te produceren of iets dergelijks. Vanaf dat moment kan je de marker succesvol inzetten tijdens de training om het juiste gedrag te “vangen”.

4. Capaciteit en mogelijkheden om te leren

Zie je die hond voor je die op training altijd blaft? Of die rusteloos is? Die hond die moeite heeft om zich te focussen?

Uiteraard is bij een leerproces zoals training een basisvoorwaarde dat de hond ook effectief op het moment van de training de capaciteiten en mogelijkheden heeft om te leren.

Als hondentrainer is het daarom belangrijk om de eigenaar te informeren over hondentaal en stress. Wanneer stopt het leerproces? Hoe kan je opwinding, spanning of stress herkennen bij de hond?

Als spanning of stress niet worden herkend dan kan die hond boven zijn “threshold” komen en gaan alle leervermogen en bijhorende leerprincipes out the window… Die hond kan maar één ding meer doen: naar huis gaan en recupereren…

Maar ook honden die tijdens een les wel goed kunnen focussen hebben nood aan rust en recuperatie. Het resultaat van een training, of dit nu een fysieke training of een mentale training is, staat of valt met de mogelijkheid om te recupereren. Als een hond niet voldoende rust krijgt na een sessie en niet voldoende kan recupereren en verwerken zullen de resultaten van de training hier ook onder leiden wat frustratie of teleurstelling bij de eigenaar tot gevolg kan hebben.

5. Een juiste volgorde

Hier is soms wat verwarring over… Wat is een juiste volgorde?

Dit hangt volledig af van het doel van je training. Wat wil je trainen? Ga je gedrag trainen of een associatie? Gaat het om klassieke conditionering of om operante conditionering?

Wat ben je aan het doen? En heel belangrijk: is er al een bestaande associatie? Hoe is het met de opwinding of spanning van de learner gesteld? Welke techniek wil je gebruiken?

Er zijn dus heel veel elementen die bij een juiste trainingsvolgorde komen kijken.

*Ben je aan het afleiden of het trainen?

Afleiden is een vorm van management. De bedoeling is dan om ervoor te zorgen dat een hond onder zijn “threshold” blijft. Door de aandacht van de hond te verleggen van iets wat hij spannend vindt naar iets anders zoals voer, de eigenaar,… probeert men dan te voorkomen dat de spanning bij de hond verder stijgt. Maar ook hier is het opletten dat de situatie wordt aangepast om succesvol te zijn. Dit kan door de afstand tot de prikkel te vergroten, de intensiteit van de prikkel te verlagen of de tijd dat de hond eraan wordt blootgesteld in te korten. Het doel ligt dan bij het zorgen dat de hond zijn spanningsniveau niet verder stijgt en idealiter afneemt.

Trainen zorgt ervoor dat we de hond iets gaan aanleren. Hierbij is het uiteraard noodzakelijk dat de hond onder zijn “threshold” blijft om te kunnen leren.

*Wat wil je aanleren? Gedrag of een associatie?

Afhankelijk van wat je wil leren of trainen zal je met een andere vorm van conditionering werken. Werk je met klassieke conditionering waarbij de hond gewoon een associatie moet leren of werk je met operante conditionering waarbij de hond ook effectief invloed heeft op het proces? Door het doel van de training te definiëren kan je hier duidelijkheid in scheppen.

*Is er al een bestaande associatie of gekende cue?

Als je een hond een nieuwe associatie wil aanleren is het belangrijk om te weten of er al een bestaande associatie is of niet. Is die hond bang voor plastic zakken of is dat iets neutraal? Ervaart die hond frustratie bij het zien van een hulpmiddel zoals puzzel of is dat net iets wat voor anticipatie zorgt?

Afhankelijk van welke associatie reeds aanwezig is zal het nodig zijn een ander leerprincipe toe te passen of op een andere intensiteit, afstand of duurtijd te werken.

*Welk leerprincipe ga je toepassen?

Naargelang het leerprincipe dat je in de training zal toepassen, kan de volgorde verschillen.

Bij counterconditioning is het van belang om eerst een “cue” te geven en daarna een andere associatie of gedrag aan te leren als respons op die “cue”.

Voorbeeld: een hond heeft reeds een sterke negatieve associatie met de deurbel, gaat bij het horen van de bel over “threshold” en begint te blaffen.

Omdat er al een sterke negatieve associatie bestaat met de deurbel kan je nog niet onmiddellijk beginnen met de deurbel als “cue” te gebruiken. Het horen van die bel zorgt voor een zodanige stijging van de opwinding dat de hond onmiddellijk over “threshold” gaat. Daaaag leervermogen…. Einde training…

In dit voorbeeld kunnen we dus niet onmiddellijk starten met iets nieuws aan te leren of een ander gedrag te vragen bij het horen van de deurbel en moeten we beginnen met het trainen van een andere associatie bij de deurbel op zich.

Die negatieve associatie moet eerst worden doorbroken op een zodanig niveau dat de hond onder zijn “threshold” blijft, kan blijven nadenken en leren tijdens de training.

Al deze factoren zullen de timing en de volgorde van een training mee bepalen, wat op zijn beurt de efficiëntie van je training zal beïnvloeden.

De hondeneigenaar is van jou als professional afhankelijk om succesvol te zijn. Dus hoe beter wij een juiste timing beheersen, hoe meer succes onze klanten/cursisten zullen ervaren.

Goodluck!

Daniëlla De Coster